Citaten

Indien u een overzicht van de uitspraken met bronvermelding wenst, dan kan u die aanvragen bij secretaris@godfriedbomans.nl 

Bomans was goed in korte, trefzekere stukjes tekst.

Verdiep je je in de problemen van de samenleving, dan betekent dat dat je op een toverbal sabbelt: onder iedere kleur vind je weer een nieuwe.

Iemand die zegt dat hij ook betrouwbare Chinezen kent en dat er in sommige negers heus wel iets aardigs steekt, maakt zich aan rassendiscriminatie schuldig, net als iemand die royaal beweert dat er ook goede joden zijn als een antisemiet door de mand valt. Hij velt een vonnis, niet door wat hij zegt maar door wat hij verzwijgt. Hij meldt de uitzondering en suggereert de regel.

Het is langzamerhand tijd dat de joden weer binnen de cirkel van onze vrijmoedige observatie vallen, net als iedereen. Die angstige welwillendheid is ook een getto.

Wij hadden een oom en die wou naar Lourdes, maar tot zijn spijt mankeerde hij niets. Hij is toch gegaan en in Lourdes struikelde hij. Hij is toen met een omzwachteld been en op krukken teruggekomen.

Een methode is in het rijk van de geest te vergelijken met een kruk. De ware denker loopt vrij.

Je weet toch wel wat principes zijn? Ze komen in een gesprek wel een enkele keer voor en dat is niet prettig: “Pardon meneer”, zegt de anders zo goedmoedige Oom Jacob, “u randt mijn principes aan”, en iedereen zet het glas neer en kijkt ernstig voor zich uit.

Het helpt niets mensen er dag in dag uit op te wijzen dat we over dertig jaar naar de bliksem gaan, want ze zijn daartoe gaarne bereid mits het hun nu maar goed gaat.

In elke stad van enige betekenis wonen wel enige psychisch gestoorden. Uit het gedrag van deze enkelingen de gezindheid van een geheel volk af te leiden behoort tot die vormen van denken die weinig inspanning eisen en dan ook vaak beoefend worden.

Als men alle publicaties van alle VVV’s naast elkaar zou leggen, dan blijkt dat het overal onuitsprekelijk heerlijk is. Maar als dit waar mocht zijn – en het is waar – waarom blijft men dan niet waar men is?

Wie zich alleen maar thuis voelt in zijn eigen straat is de ware kosmopoliet, de reiziger par excellence. Hem is de gave der verwondering geschonken. Hem is gegeven wat de kenner onthouden wordt: verrassing.

Mensen die veel en onbevangen luisteren hebben ook het meeste te vertellen.

Je hoort zelden discussies in de zin van een gedachtenwisseling. Je hoort twee monologen. Degene die niet aan het woord is staat hoofdschuddend te wachten. Hij luistert niet. Hij voelt zich onderbroken. En hij duldt deze pijniging alleen door het besef weldra weer aan de beurt te zijn.

Wie vrolijk is laadt de schijn op zich van oppervlakkigheid.

Bijna alle middelmatige literatuur houdt zich bezig met het uitzonderlijke. Want de eenvoudige belevenissen die elke dag gebeuren zijn het moeilijkst weer te geven. Alleen grote schrijvers kunnen dit. De kleineren zijn op de grote gebeurtenissen aangewezen.

Wilt u iemand kwaad zien worden, beaam dan zijn mening als hij iets ongunstigs zegt over zichzelf.

Ik geloof niet in verbieden. Ik geloof in het wegnemen van de oorzaken waardoor de dingen gebeuren.

Soms kom ik uitgeput thuis van het ongedwongen zijn.

Iets constant verzwijgen is ook een vorm van indoctrinatie.

Ook deze tijd zal eenmaal de goede oude tijd worden.

De grootste ziekte van onze beschaving is de mening dat zij ziek is.

Wie stenen door ramen gooit en andersdenkenden molesteert, kan wel menen dat hij het fascisme bestrijdt, in feite echter gebruikt hij de methode van zijn tegenstander.

Een statisticus waadde vol vertrouwen door een rivier die gemiddeld één meter diep was. Hij verdronk.

In de democratie zit een absurditeit en dat is dat de waarheid tenslotte kwantitatief wordt bepaald.

Er is niets zo ontzenuwend als onzin aan te moedigen. Dat ondermijnt de sterkste.

Niets is zo pijnlijk als de aanblik van iemand die “vlot” wil zijn en daar niet in slaagt.

Zolang er vrienden van hem leven en nog over hem spreken is iemand niet helemaal dood. Voor velen is het Godsbegrip niets anders dan een verlenging van het Sinterklaas-geloof.

Godsdienst is voor velen het voorportaal van het denken, voor weinigen de uitgang.

Iemand die eenvoudig gelooft en naar dat geloof ook handelt, is meer dan iemand die het op onjuistheden weet te betrappen.

Laat geen gelegenheid voorbij gaan om een goed woord te zeggen.

Geloven en weten zijn twee rails die evenwijdig lopen en elkaar nooit ontmoeten, behalve bij het kind.

Je kunt moeilijk iemand vragen of hij een heilige is; want als hij nee zegt had je het niet moeten vragen en als hij ja zegt houdt hij op het te zijn.

Elke heilige heeft de omvang van zijn biograaf en daarom lijken de meesten peuterig. Ze zijn als geesten in te kleine flesjes gestopt.

Het kan zijn dat de kloosters leeglopen omdat de wereld volstroomt.